De nieren zitten aan de rugzijde van het lichaam, achter de onderste ribben. Ze hebben meerdere belangrijke taken.
De nieren zitten achter de onderste ribben, links en rechts van de wervelkolom.
De meeste mensen hebben bij geboorte twee nieren. Sommige mensen worden met één nier geboren (mononier), andere mensen juist met een extra nier. Dat levert meestal geen gezondheidsproblemen op.
Ligging van de nieren en de urinewegen in het lichaam
Een nier heeft de vorm van een boon, is ongeveer 12 centimeter lang en weegt ongeveer 150 gram. De buitenste laag van de nier heet nierschors (cortex). Het binnenste van de nier heet niermerg (medulla).
De nieren krijgen bloed via de nierslagaders. Dit zijn aftakkingen van de grote lichaamsslagader (aorta). Het bloed verlaat de nieren via de nieraders.
Elke nier bevat 1 miljoen onderdeeltjes die min of meer zelfstandig werken. Dat zijn de nierfilters (nefronen). De nierfilters filteren het bloed en maken de urine.
Uit elke nier ontspringt een urineleider (ureter). Via de urineleider gaat de urine naar de blaas. De urine verlaat het lichaam via de urinebuis (urethra, plasbuis).
Dwarsdoorsnede van een nier. 1 nierfilter is uitvergroot.
Bovenop elke nier ligt een klier: de bijnier. De naam wekt de suggestie dat deze klier onderdeel is van de nier, maar dat is niet zo.
De bijnier is een apart orgaan. De bijnieren maken verschillende hormonen (signaalstoffen). Bijnierhormonen spelen een rol bij verschillende lichaamsprocessen. Zoals de afbraak van voedingsstoffen, de reactie op stress, en de bloeddruk.
De nieren zijn nodig om te kunnen leven. Ze hebben verschillende belangrijke taken:
Verschillende hormonen (signaalstoffen) zijn betrokken bij de taken van de nieren. Nieren maken sommige hormonen zelf (erytropoëtine en renine). Andere hormonen worden door de nieren aangepast, om ze te activeren (vitamine D). Ook staan de nieren zelf onder invloed van hormonen die ergens anders in het lichaam gemaakt worden.